You can never hold back spring

In 2023, op een zonnige herfstdag, hebben we mijn vader begraven. Hij werd naar buiten gedragen door zijn dochters en kleindochters op het nummer “You can never hold back spring” van Tom Waits. Deze song, en quote, hielpen hem elk jaar weer door de lange donkere winters die zijn melancholische inslag gevaarlijk dicht bij een depressie brachten. Het voelde goed dat het vanaf die herfstdag tot ver in juni bijna continu regende. De perfecte natuurlijke omlijsting van de periode van rouw die zijn dood onherroepelijk inluidde. Maar ook alsof hij ons vanaf een andere plek stralend vertelde dat hij het tóch kon: hold back spring. 
 
Door de dood van mijn vader weet ik nu wat rouwen betekent. Ik ken niet alleen de theorie maar ook de persoonlijke praktijk. Ik weet nu dat alles verandert en het leven tegelijkertijd gewoon doorgaat. Dat de rouwcurve wonderlijk klopt, maar toch slechts een klein deel van de ervaring beschrijft. Dat het stervensproces bijwonen heel pijnlijk is en tegelijkertijd een spirituele initiatie kan zijn. En ik weet dat rouwen een heftige, prachtige en ontwrichtende ervaring is maar tegelijkertijd heel normaal is, in de letterlijke betekenis van het woord, iets dat bijna iedereen meemaakt. 
 
Met de dood van mijn vader sloten we ook een periode van vijf jaar mantelzorg af, tenminste dat dacht ik toen, maar daarover later meer. Ik had een geweldige vader, hij was niet alleen mijn vader maar ook een van mijn favoriete personen. Daarnaast is hij altijd een grote praktische en emotionele steun voor mij geweest. Ondanks al deze verzachtende omstandigheden vond ik het mantelzorgen loodzwaar. Niet alleen door het grote aantal extra taken die je erbij krijgt maar vooral door de onvoorspelbaarheid hiervan en de tegenstrijdige emoties die erbij horen. Die afspraak bij de arts die op hetzelfde moment gepland wordt als die belangrijke zakelijke afspraak. Het schuldgevoel dat elke keuze onvermijdelijk oproept. De nachtelijke bezoekjes aan de eerste hulp die voorafgaan aan een zware werkdag. De diepe vermoeidheid en concentratieproblemen die daarop volgen.
 
Het moeilijkst is dat je niet weet hoelang deze fase zal duren. Daarnaast heeft mantelzorg meestal geen happy end. Je hebt enkel de zekerheid dat het pas voorbij zal zijn op het moment dat het subject van jouw mantelzorg zal overlijden. Je hebt dus geen doel, niets om naar te verlangen of op te hopen. Want kun je verlangen naar het overlijden van iemand die je lief is? Of moet je juist hopen dat je eigen leven voor altijd een onvoorspelbare chaos zal blijven? Je krijgt gevoelens waar je je voor schaamt. Gevoelens die niet iedereen zal begrijpen. Alleen misschien de mensen die het zelf hebben meegemaakt, die ook die vreemde cocktail van liefde, ontoereikendheid en irritatie hebben mogen voelen. 
 
Er zijn in Nederland 5 miljoen mantelzorgers, 60% van hen combineert dit met werk, 25% van hen geeft aan zich overbelast te voelen. De periode van mantelzorgen wordt in veel gevallen gevolgd door een periode van rouw. Terwijl we mantelzorgen en rouwen gaat het normale leven gewoon door. We werken, voeden kinderen op, sporten en maken afspraken met vrienden. We praten weinig over de tijdrovende last die dat is. We praten nog minder over de emotionele last. Ze behoren toch een beetje tot de categorie onsexy onderwerpen zoals de overgang en het empty-nest-syndrome. Ik denk wel eens dat dat zo is omdat we al deze onderwerpen onbewust associëren met ouder worden. En ouder worden is toch een van de laatste taboes, een van de laatste ‘eigenschappen’ waarvoor we ons schamen en waarop we nog ongegeneerd discrimineren.
 
Ik zie dat mijn generatie hier langzaam verandering in brengt. Podcasts over de overgang, boeken over de kracht van ouder worden. Ik emancipeer graag mee door op deze plek mijn persoonlijke en professionele ervaringen met mantelzorg en rouw te delen. Hopelijk biedt dit de grote groep mensen die hier op dit moment mee worstelt een klein beetje inzicht, herkenning of een gevoel van gedeelde menselijkheid. Want hoe je het ook wendt of keert, de levensfase waarin we hiermee te maken krijgen bereiken we allemaal vroeg of laat. You can never hold back fall, tenslotte.